Unesco erkent Geelse Gezinsverpleging als Immaterieel Erfgoed

Pleegvader en pleeggast

Delen

Op woensdag 6 december besliste Unesco om de Geelse Gezinsverpleging op te nemen in het ‘Register van Goede Borgingspraktijken’. Als Barmhartige Stede is Geel natuurlijk heel fier dat de Geelse Gezinsverpleging en alles wat de stad doet om deze eeuwenlange traditie levendig te houden voortaan wereldwijd erkend is als Immaterieel Erfgoed.

 

Geel diende in maart 2022 samen met de Vlaamse overheid een erkenningsdossier in bij Unesco. Een klein jaar later kreeg ze het prachtige nieuws dat de Geelse Gezinsverpleging het label van Immaterieel Erfgoed krijgt. Unesco nam deze beslissing tijdens de achttiende zitting van het Intergouvernementeel Comité voor de bescherming van immaterieel cultureel erfgoed in Botswana.

“Als burgemeester van een stad die de Gezinsverpleging in haar DNA heeft, ben ik bijzonder trots om deze Unesco-erkenning te mogen ontvangen”, vertelt burgemeester Vera Celis. “Generaties inclusieve zorg die zoveel Geelse gezinnen hebben gegeven, krijgen de erkenning die ze verdienen. Buitengewoon fantastisch is dat.”

 

Lang leve de Geelse Gezinsverpleging

De Geelse Gezinsverpleging is een hedendaags, professioneel psychiatrisch zorgmodel én een voorbeeld van hoe immaterieel erfgoed al eeuwenlang een gemeenschap aanzet tot zorg dragen. Al meer dan zevenhonderd jaar worden psychisch kwetsbare mensen opgenomen in Geelse gastgezinnen. De traditie ontstond in de dertiende eeuw uit de devotie voor Sint-Dimpna, patrones van de geesteszieken. Meer dan honderddertig gezinnen, die het OPZ Geel professioneel ondersteunt, brengen dit zorgmodel dagelijks in de praktijk.

 

“Deze UNESCO-erkenning is een hartverwarmende waardering voor de pleeggezinnen, de gemeenschap en het OPZ Geel die het samen elke dag waarmaken”, zegt algemeen directeur van het OPZ Geel Hans Verbiest. “Geelse Gezinsverpleging is sowieso een mooie vorm van gedeelde zorg. Door de UNESCO-erkenning wordt het een nog breder gedeeld thema. De Vlaamse overheid zette de schouders onder de kandidatuur en engageert zich mee om Gezinsverpleging sterker te maken. De internationale gemeenschap geeft door de erkenning aan dat het Gezinsverpleging wil borgen voor de toekomst en wil uitdragen als beste praktijk. Die brede gedragenheid maakt ons trots en dankbaar.”

 

Ook Greet Vandeperre, voorzitter van de Gezinsverplegingsraad is enorm blij met de internationale erkenning van de Geelse Gezinsverpleging: “Het betekent veel voor de pleeggezinnen die zich dag in, dag uit inzetten voor hun pleeggast(en) en dat vaak als iets gewoons beschouwen. Maar het is niet gewoon. Het biedt kwetsbare mensen de kans een waardevol leven te leiden in een gewoon gezin. Deze erkenning is hopelijk ook een extra stimulans voor de overheid om snel werk te maken van de beloofde verhoging van de vergoeding voor de pleeggezinnen. Onze gezinnen doen het niet voor de centen, maar een billijke vergoeding voor hun enorme engagement lijkt mij de evidentie zelf.”

 

Op vrijdag 8 december organiseren de stad en het OPZ Geel een plechtig bedankingsmoment voor pleeggezinnen, pleeggasten en alle andere betrokken partijen die het erkenningsdossier mee tot een succes maakten.

 

Nauwe samenwerking tussen verschillende diensten

Voor het erkenningsdossier kregen de stad, het OPZ Geel, de gezinsverplegingsraad en de erfgoeddienst Stuifzand hulp van de erfgoedexperts van Histories, PARCUM, Werkplaats Immaterieel Erfgoed en het Vlaamse Departement Cultuur. Zo was Janna Lefevere, coördinator cultureel erfgoed bij Stuifzand, samen met Arno Beunen, beleidsmedewerker internationaal cultureel erfgoedbeleid van Departement Cultuur, Jeugd, en Media van de Vlaamse Overheid, aanwezig op het beslissingsmoment in Botswana om Geel en de Geelse Gezinsverpleging te vertegenwoordigen.

“Met veel trots vertelde ik op de Unesco-bijeenkomst in Botswana over de Geelse Gezinsverpleging en het zorgzame ecosysteem dat de Gelenaren uitbouwden en koesteren”, zegt Janna. “Dat ook zorg een traditie kan zijn, tonen we in Geel. Woorden komen te kort hoe blij ik ben dat we het label van Immaterieel Erfgoed in de wacht hebben kunnen slepen.”